De strijd van de peperridder
12 december 2018: een bijzondere datum. De laatste dag van twee jaar ondertoezichtstelling. Een periode die in het teken stond van strijd. Hier neem ik afscheid van.
Niet gezien en gehoord voelen
Op het moment dat ik besloot afscheid te nemen van mijn ex had ik geen idee dat het zover zou komen. De verschillen in opvoedstijlen tussen mij en mijn ex waren groot. Zo groot, dat het niet lukte om elkaar hierin te respecteren. Met strijd tot gevolg. We streden over welke opvoedstijl het beste was voor onze kinderen. Met twee kinderen tussen ons in, die geen kant op konden. Er kwam hulpverlening, maar helaas hielp dat niet. Zo rolden we strijdend de ondertoezichtstelling van de gedwongen hulpverlening in. Daar ging de strijd verder met de toegewezen gezinsvoogd. Ik voelde mij totaal niet gezien en gehoord als ouder. Ik had het gevoel te moeten vechten voor mijn plek als vader. Een plek die mij, voor mijn gevoel, niet werd gegund. Alleen als ik mij aanpaste aan de wensen en zienswijze van deze gezinsvoogd.
Communiceren in plaats van strijden
Uit mijn verleden ken ik de beweging zo goed om me aan te passen. Aan te passen aan de wensen van de ander. Als ik me (volledig) aanpas aan de wensen van de ander, raak ik mezelf kwijt. Dat wil en kan ik niet meer. Niet voor mezelf. Niet als voorbeeld voor mijn kinderen. Ik maakte heel bewust de keuze om in mijn eigen lijn, mijn eigen waarheid te blijven staan. De mogelijke gevolgen accepteerde ik. Die gevolgen waren heftig. Kort samengevat: onze kinderen zijn de eerste helft van dit jaar zes maanden uit huis geplaatst. Een verschrikkelijke tijd. Inmiddels zijn ze weer bijna een half jaar thuis en ziet de wereld er totaal anders uit. Mijn ex en ik hebben de juiste begeleiding gekregen en strijden niet meer over de manier van opvoeden. Over wat het beste is en wie gelijk heeft. We hebben geleerd om elkaars waarheden te respecteren. Het een mag naast het ander bestaan. We communiceren nu over onze zienswijze in plaats van strijden. De kinderen zitten niet meer klem. Wat een geschenk, voor ons alle vier!
De strijd van een ander
Ik ben opgegroeid op een boerderij: een varkenshouderij. Op mijn 24e werd de Nederlandse varkenshouderij getroffen door een uitbraak van de varkenspest. Verschrikkelijke maatregelen werden genomen om die ziekte te bestrijden. Zo werden er op ons bedrijf vele varkens afgemaakt. Pasgeboren biggen werden in de stal geëuthanaseerd en die moest ik in een kar laden, naar buiten rijden en daar overladen in een ton voor transport. Wekenlang hetzelfde ritueel. Ik zette mijn gevoel uit en deed wat er gedaan moest worden. Mijn ouders konden het niet aanzien. Ik ging voorop in de strijd. Nadat de varkenspest was uitgeroeid, volgde een juridische strijd over de financiële gevolgen hiervan.
In die periode ben ik getrouwd. Met een vrouw waarmee ik onbewust ook een strijd relatie had. Al ver voordat wij kinderen kregen. Een strijd die intensiever werd na onze scheiding. Zo kan ik nog welke enkele voorbeelden geven. Moet er gestreden worden, dan sta ik op. Zonder te voelen of de strijd überhaupt voor mij is. Ik heb heel wat gestreden voor andere mensen.
Een grote leegte
Jaren van strijd zijn nu voorbij. Dat raakte me meer dan ik had verwacht. Wat was ik moe! Strijden kost veel energie. Nu ben ik dus als het ware strijdloos. Dat doet wat met de strijder in mij. Die voelde zich weken vervreemd. Ik was heel erg rusteloos en voelde een grote leegte. Een leegte die ik niet vertrouwde. Onbewust was ik op zoek naar strijd. Ik kon niet aannemen dat er niets te strijden was. De strijder in mij tuurde continu de horizon af op zoek naar strijd. Op zoek naar gevaar. Ik kwam tot het besef dat ik mijn hele volwassen leven in strijd leef. Iets waar je zo gewend aan bent, is moeilijk ineens op te geven. Wat ben je zonder die opvulling? Wie ben ik zonder strijd?
Ik miste een missie. Terwijl ik op hetzelfde moment blij was met de heersende vrede. Trots op mijzelf dat ik op de plek ben waar ik nu sta. Ik keurde mijn rusteloosheid af. Ik gaf mijn strijder de opdracht om in zijn hangmat te gaan liggen. Daardoor werd hij nog rustelozer. Ik ontnam hem zijn bestaansrecht. Ik eerde hem niet voor het werk wat hij al die jaren had gedaan.
De peper- en zoutridder
Tijdens een mooie ontmoeting met een vriend besprak ik mijn gevoelens. Met een peper en zoutstel liet hij zien wat er zich bij mij van binnen afspeelde. Ik miskende de daadkracht van de ‘peperridder’. Hij is er altijd voor mij. Moet er gestreden worden? Dan stelt hij geen vragen. Hij neemt actie. In die actie beschermt hij mij en mijn Koninkrijk. Daarnaast huist er in mij ook een ‘zoutridder’. Dit is een liefdevolle heerser over zijn rijk. Hij zendt liefde uit en is dankbaar voor de aanwezigheid van de ‘peperridder’. Hij weet dat hij altijd een beroep op deze ridder kan doen. Dat hij in actie komt als het nodig is. De ‘peperridder’ houdt de wacht. Dag en nacht. Het hele jaar.
Door de ‘peperridder’ zijn plek te geven, verdween de rusteloosheid. De strijder hoefde niet in de hangmat. Nee, hij mocht de poort van het kasteel bewaken. Zonder strijdend het land door te gaan. Mijn land wordt nu geregeerd door de liefde die de ‘zoutridder’ uitzendt. Terwijl de ‘peperridder’ de wacht houdt, voor het geval dat. Zij heersen nu samen over mijn Koninkrijk. In liefdevolle verbinding met elkaar. Elkaars kwaliteiten benuttend met respect voor de verschillen. Net zoals ik en mijn ex nu ook samen vormgeven aan het ouderschap.
Het land van de liefde
Na decennia van strijd ben ik nu in het land van de liefde beland. Dat geeft een heel andere energie aan mijn leven. Van strijden met het leven naar leven in liefde. Dat ben ik nu aan het aannemen en ik moet zeggen: ik begin behoorlijk verliefd te worden. Op mezelf. Op het leven.
Herken jij iets van jezelf in mijn proces? Ervaar jij strijd? Hoe ging of gaat jou dat af? Wil je hierover in gesprek? Neem gerust contact met me op!