(Peter Zegveld Fotografie)
Samenwonen met de Dood!
Mijn vorige blog sloot ik af met de melding dat ik mijn slachtofferschap ging onderzoeken. Dat onderzoek bracht mij afgelopen weken heel vaak in een vermijdingsenergie. Ik ontweek “iets” op een diepere laag. Dat ontwijken doe ik met eten. Er zijn afgelopen maand heel wat pakken stroopwafels en zakken chocolade pepernoten door mij weggewerkt.
Vermijding.
Ik ken deze energie van eerdere processen tijdens mijn levensreis. Nu kon ik merken dat ik veel van het verkeerde naar binnen werkte, echter waar ik voorheen dan ook nog heel laat naar bed ging, deed ik dat nu niet. Gelukkig kon ik die groei in mijzelf waarnemen. Verder was ik de dag ernaar een stuk milder richting mijzelf. Ik wist dat ik mijn slachtoffer energie vermeed. Waar dat dan overging kwam ik niet werkelijke tot de kern. Ik bedacht allerlei redenen. Redenen die ook werkelijk waar waren. Ik ben de afgelopen jaren verschillende keren in posities geweest waar ik werkelijk wel slachtoffer ben geweest. Die kon ik vrij makkelijk benoemen en doorvoelen. Echter daarna kwam er dan toch weer die vreetbui. Er was dus nog iets onder deze voorvallen aanwezig. Iets wat dieper in mij zat weggestopt.
Strijder.
Tijdens mijn onderzoek mocht ik ook waarnemen dat ik de aanklager energie vele jaren nodig heb gehad. Ik mocht weer eens beseffen dat ik eigenlijk mijn hele leven al aan het strijden ben (lees daarover: De strijd van de peperridder ). Op hetzelfde moment kon ik voelen dat dit nu in mijn leven niet nodig is. Er is niets waar ik over hoef te strijden. Terwijl ik dat dus wel doe. Gelukkig ben ik mij daar nu bewust van. Dat bewustzijn maakt dat ik kan waarnemen dat ik steeds makkelijker uit de aanklagers energie kan blijven.
Wanneer alles lukt.
Geen strijd. Leuke klanten. Mooie workshops, die volledig gevuld zijn. Samen werken met fijne collega’s. Mijn kinderen waar het goed mee gaat. Beter contact met de moeder van onze kinderen als ooit tevoren. Veel om dankbaar voor te zijn. En daar, daar gaat het dan mis. Afgelopen weekend een volle groep met het zwaardsmeden. 12 mannen die prachtige levensverhalen op een kwetsbare laag met elkaar delen. De dag daarna mogen begeleiden bij een Challenge Day. Scholieren van 13/14 jaar die hun kwetsbaarheden laten zien. Hun uitdagingen van het leven met elkaar durven te delen. Zaken die mij diep in mijn hart raken.
Vreetbui.
Die avond nog uit gaan eten met twee collega’s die ook aanwezig waren bij de Challenge Day. Dan thuis op de bank. Nagenieten van al dat moois. Moe, maar zo voldaan. Daar, op dat moment, gaat het mis. Dat gevoel binnen laten, maakt iets anders los. Iets wat ik ver heb weggestopt. Iets wat vrijkomt nu ik de deur open om al dat moois binnen te laten. Chocolade pepernoten maken de muur om deze opening dicht te metselen. Verdoven het goede gevoel. Verstoppen de oude pijn die aan het licht wil komen.
Thuiskomen.
De dag erop, voel ik dat ik de hei op mag gaan. De plek waar ik altijd weer thuiskom. Ik fiets ernaartoe. Tijdens de fietstocht komen de tranen al tevoorschijn. Ik weet niet waar ze overgaan. Ik laat ze toe. Tijdens mijn wandeling blijft het verdriet komen. Ik laat het mondjesmaat toe. Soms merk ik dat ik het weer wat inslik. Ik loop over een stuk hei waar jaren geleden brand heeft gewoed. De sporen daarvan zijn nog steeds zichtbaar. Zwart geblakerde bomen bepalen het beeld. Een paar kraaien vliegen plots op. En daar, op die plek, op dat moment, valt het kwartje in de diepe laag. Ik zak nagenoeg door mijn benen. Een schreeuw van pijn komt eruit mij. De tranen stromen plots vrijelijk over mijn wangen. Doodsangst komt er vrij.
Samenwonen met de dood.
Ik ben terug in 2006. Ik lig in bed met de dood naast mij. Zijn hand knijpend in mijn hart. Ik keer terug naar 1993. De dag dat ik uit een gierkelder getrokken moet worden. Bedwelmd door de gassen die daar vrijkwamen. Ik ben weer in de baarmoeder. Teruggetrokken in een hoekje van mijn eerste thuis. Toekijkend hoe de dood mijn tweelingzus komt halen.
Allemaal gebeurtenissen die ik mij prima kan herinneren. Waar ik al over gerouwd heb. Echter niet op deze laag. Het besef dat ik al drie keer de dood in de ogen heb gekeken. Drie keer waar ik blijkbaar de juiste strijdstrategie koos. Drie keer waar ik overwon. Dat bracht strijd mij. Dat maakt dat ik daar zo makkelijk voor kies.
Contragedachte.
Nu is die strijd helemaal niet nodig. Ik voel dat ik de komende periode de tijd mag nemen om die ontmoetingen met de dood dieper in mij te voelen. Dat ik tot de bodem daarvan mag doorademen. Ik kan voelen dat ik dat nog niet altijd doe. Dat ik daardoor feitelijk ruimte geef aan de dood. Vanuit de ontmoetingen met hem is hij nog niet volledig uit mijn lijf vertrokken. Dat komt door mijn manier van omgaan met zulke ervaringen. Ik merk dat ik heel makkelijk kies voor de positieve kant. Ik ben er nog. Ik heb er dit en dit van geleerd. Ik word hier bewust van door mijn klanten. Klanten waarbij ik waarnam dat ze meteen een positief geluid bij een negatieve ervaring laten horen. In de ontmoeting met hen, constateerde ik dat ik die beweging ook heel goed ken.
Kom ik waarschijnlijk volgende maand op terug.
Herken jij wat in mijn proces? Wil jij jou manier van reageren onderzoeken? Neem gerust contact met me op! Ik loop met liefde een stukje met jou mee.